RASBESCHRIJVING IN ONDERDELEN.
HOOFD : De kop is bij zowel ooien als rammen hoornloos.
Ze hebben een zwarte neusspiegel en
een brede bek, met een typische toefje wol op kop. De oren zijn breed,
lopen spits toe en
staan horizontaal aan de kop.
NEK : Stevige middellange
nek die opgeheven gedragen wordt.
SCHOUDER : Breed.
BORST : Een goede brede borst.
MIDDENHAND : Goede ontwikkeling met een diepe balkvormige
romp.
ACHTERHAND : Een rechte achterhand met een goede bevleesdheid.
De staart is ongeveer 20 cm lang, en
aan de binnenzijde bevindt zich geen wol.
BEENWERK : Sterke poten waarvan 3/4 deel bewold. De voorpoten
staan iets naar binnen onder het
lichaam, de achterpoten recht onder het lichaam.
HUID/VACHT : De huid is licht, de wol is wit van kleur
en heeft een lange woldraad. Het gewicht van de
wolvacht bedraagt ongeveer 5,5 kg voor ooien en 7,5 kg voor rammen.
GEWICHTEN : Volwassen ooien
wegen 85 tot 100 kg en de rammen 110 tot 130 kg.
VRUCHTBAARHEID : De ooien zijn vroegrijp, hebben een
lange bronsttijd en goede moedereigenschappen.
Met een gemiddelde van 1,9 lam per ooi.
ALGEMEEN VOORKOMEN : Het zijn zeer attente schapen maar
gelijk ook makkelijk en prettig in de
omgang en snel vertrouwd met hun verzorger(s).
|